Het staat uiteraard allemaal in theorie-boekjes vermeld maar hier een korte uitleg voor de trompet:
De lage fis met 123 is f# klein
dan g klein
g# klein
enz enz tot die volgende c
Dat is de c1
dan c#1
d1
enz enz , die c erop is c2 (meestal de stemnoot voor trompet)
dan c#2
d2
enz enz, de "hoge" c is dus:
c3
dan gaat het weer verder met:
c#3
d3
d#3
dan kom je vanzelf bij g3
Eén octaaf hoger is dus g4
Dit is het in het kort, sla er eens een kort theorieboek op na (bernard Nelleke, ofzo(bijna overal verkrijgbaar)) daar staat het veel uitgebreider in.