trompet.nl - dé toonaangevende trompet site van nederland
  > home > geschiedenis - u bent nu hier  
   > de geschiedenis van de trompet
 

 

 

 

 

 

 

 


De Moderne Tijd


> De Cornet

De cornet is kort voor 1830 uit de posthoorn waarop Halary ventielen opzette. De normale stemming van de cornet was Bes (vaak ook C).
Omdat de buis korter en meer conisch was dan die van de trompet, was de cornet veel beweeglijker dan de trompet. Het gevaar van 'kicksen' in de hoogte was veel minder en hoewel de cornetklank als minder edel en briljant beschreven werd, vond deze over het algemeen aangenaam. Richard Strauss betitelde het instrument echter als een gruwel.
Al snel werd de cornet gebruikt in de militaire muziek en als virtuoos instrument in de salon thuis. De eerste cornettist met een omvangrijke techniek was Joseph Jean Baptiste AIban (1825-1889), een leerling van de al eerder genoemde Dauverné. Zijn 'Grande Methode', die hij als leraar aan de Academie voor militaire muziek in 1864 schreef, vormt op dit moment nog steeds voor velen de basis voor de cornet- en trompettechniek.
Bijna overal, in Frankrijk, België, Engeland en Amerika, bedreigde de cornet het bestaan van de trompet. De toon was weliswaar minder edel, maar de cornet was gemakkelijker te bespelen. De jonge Harper waarschuwde in Engeland omstreeks 1885 al, dat de cornet de overhand zou nemen.
De muziektheoreticus Gevaert schreef in zijn instrumentatieleer van 1885, dat de cornet in alle Latijns-sprekende landen onder de verkeerde naam Trompette i pistons de trompet uit het orkest verdrongen had. Hetzelfde bericht kwam een generatie later uit Amerika van Edwin Frank Goldman.
Het gebruik van de cornet heeft een positieve ontwikkeling gehad ten aanzien van het . solistisch optreden. De trompet was sinds het begin van de 19e eeuw geen solistisch instrument, maar een orkestinstrument. De weinige trompetconcerten uit de 19e eeuw zijn slechts uitzonderingen. Door haar beweeglijkheid werd de cornet veel gebruikt door Italiaanse en Franse componisten, bijv. in Rossini's Wilhelm TeIl (1829). In HaFaBra-orkesten komt naast de cornet in Bes, de Es-cornet, cornettino of sopraninocornet voor .

Verduidelijking van enkele namen met de verwerking van het woord cornet:

corno torto, cornet i bouquin, cornetto = zink
cornet de poste = posthoorn
cornet ta a chiari = klephoorn
cornetta di postiglioni = posthoorn


> De Bugel

De bugel stamt af van de middeleeuwse stierhoorn. Hieruit ontwikkelde zich eerst de signaalhoorns en nazaten, bijv. de klephoorn en de ophicleïde. Omstreeks 1830 werd de bugel met ventielen gebouwd.
De bugel kwam tussen 1820 en 1830 voor het eerst voor in Oostenrijk.

Enkele benamingen:

Duitsland Flugelhorn, Bugelhorn
Engeland flugelhorn, bugIe
Frankrijk bugle
Italië flicorno, flicorno soprano
Nederland bugel, flugelhorn

In HaFaBra-orkesten kennen we ook nog de es-bugel. Kort na het ontstaan van de cornet en de bugel ontstond een nieuwe familie, de saxhoorns. De instrumenten kunnen worden beschouwd als verbeterde bugels bijv. de tuba, basbugel, althoorn en tenorhoorn.


> De Piccolotrompet

De ontwikkeling van de piccolotrompet begint aan het begin van de 19e eeuw.
Julius Kosleck, een Berlijnse trompettist en cornettist, ontwikkelde een ventielinstrument in A om hierop de hoge Bach-partijen te spelen. Het instrument stond een kwint hoger dan de. natuurtrompet uit de baroktijd. In november 1881 wordt in de Gamisonskerk te Berlijn voor het eerst in het openbaar op deze trompet gespeeld. Deze trompet met twee ventielen, die Kosleck naar voorbeeld van een oude Busine had laten nabouwen, gebruikte hij ook in 1884 bij het Eisenacher Bach Fest. Het succes was zo groot, dat hij in Engeland uitgenodigd werd, waar op 21 ~ 1885 in de H-moll.Messe voor het eerst de trompetpartijen in de goede ligging gespeeld werden. Daar , en vermoedelijk al in Eisenach, kreeg het betreffende instrument de naam 'Bachtrompet', eigenlijk dus een verkeerde naam. Na vele mislukte pogingen deze trompetten in te voeren, had Walter Holy (geb. 1921) met een vernieuwde constructie van Otto Steinkopf en HeIrnut Finke in 1960 weer succes.

Tegenwoordig kennen we de volgende kleine trompetten:

- D trompet
- D/Es trompet
- F trompet
- F/G trompet
- Hoog A trompet (piccolo)
- Hoog Bes trompet (piccolo)


> De Bastrompet

De bastrompet is ontstaan in het begin van de 19e eeuw door de snelle ontwikkeling van de cavalerie orkesten. De eerste van deze bastrompetten met ventielen werd in 1821 bespeeld door Belcke in Leipzig. Het instrument was uitgevonden door Stölzel en heette 'Chromatische Tenortrompetenbass. De stemming was in G en het instrument overtrof de tenortrombone voor wat betreft de volheid van toon. Volgens een rapportage leek het geluid meer op dat van een hoorn. De Tenorbasshorn werd door Wieprecht in 1824 in één van zijn composities voor een cavalerie ensemble gebruikt. Ook Wagner ontdekte de bastrompet en schreef haar voor het eerst voor in 'Rheingold'. Later werd de bastrompet ook in andere stemmingen gebouwd nl. Bes, Es en C. Tegenwoordig wordt de bastrompet in C het meest gebruikt.








> Vroege instrumenten uit het primitieve en voorhistorische tijdperk tot aan de val van Rome (476 na Chr.)
> Enige Aziatische vormen
> De trompet vanaf de val van Rome (tot ca. 1100)
> De trompet rondom de Middeleeuwen (tot 1400) en de Renaissance (1400-1600)
> De Zinkenfamilie
> De Gouden Periode van de trompet (1600-1750)
> De crisistijd van de trompet (1750-1815) en het hoogtepunt van het Clarinoblazen
> De Klassieke Periode
> De Moderne Tijd

 

  geschiedenis
  mondstukken
  interviews
  forum
  docenten
  vraag & aanbod
  links database
mailing-list
  contact

  www.trombones.nl
 


Copyright © trompet.nl, Alle Rechten Voorbehouden.