> home > geschiedenis - u bent nu hier |
> de geschiedenis van de trompet |
|
Enige Aziatische vormen > Indië De Zuid-Indische trompet, de Tirucinnam uit Tamil, leek veel op de Assyrische en de Egyptische trompet. Deze was ongeveer 75 cm lang, cilindrisch met een slanke conische beker, maar zonder mondstuk. De reden hiervoor, was dat de bespeler altijd twee trompetten tegelijk aanblies. De toplings geblazen schelptrompet, de Sankha in Sanskriet, heeft soms een mondstuk en gouden of zilveren versieringen. De Sankha is uitsluitend een godsdienstig instrument, gebruikt in erediensten en verbonden met legenden en mythen. De moderne Indische trompet schijnt van de Centraal-Aziatische en Verre oostelijke trompet af te stammen. Zoals de Chinese trompet is deze nauw en conisch en bestaat uit vier uitschuifbare delen, waarvan de einden voorzien zijn met een knoop/knobbel. > China en Tibet Naast de (1) toplings geblazen schelptrompet (hai lo in Chinees, hora in Japans), die bespeeld werd door zeelui en Boeddhistische priesters, was er in China een (2) zeer lange cilindrische metalen trompet (hao t'ung (Ch.), dokaku (Jap.)), waarvan de beker op de grond rustte op het moment dat deze bespeeld werd. In plaats van een beker had deze een lange brede cilinder van hout, ijzer of messing. De hao t'ung werd bespeeld bij begrafenissen. (3) De gewone Chinese metalen trompet, la pa (ra pa (Jap.)), komt oorspronkelijk uit Mongolië, waar deze rapal genoemd werd. Deze had een nauwe conische boring en bestond uit twee of drie uitschuifbare delen die, als de latere Noord-Indische trompet, waren gescheiden door knopen. De la pa had een aanzienlijk grote beker . De Tibetaanse reuze-trompet, de Dung, kan zo'n vijf meter lang zijn. Deze is gemaakt van koper, is conisch en bestaat eveneens uit verschillende uitschuifbare delen met knopen. Als deze tijdens lama riten bespeeld wordt dan rust de beker op de grond. Zoals vele Aziatische trompetten heeft de Dung een breed, zeer plat mondstuk. Alleen lage, loeiende tonen worden erop gespeeld. > Samenvatting De Aziatische trompetten hadden dezelfde gemeenschappelijke kenmerken als de prehistorische en de antieke instrumenten. Zij werden klaarblijkelijk bij godsdienstige ceremonieën, cultuurhandelingen en misschien ook ten tijde van oorlog bespeeld. Een puur muzikaal gebruik in tegenwoordige zin is uit te sluiten. Opmerkelijk is de aanwezigheid van meerdere knopen. Bij de Aziatische trompetten diende de knoop als begrenzing van een gedeelte van de buis, aangezien meerdere buisdelen telescopisch in elkaar geschoven werden. Andere rudimentaire knopen vinden we terug bij de Oer-germaanse Luren; ook deze instrumenten bestaan uit meerdere delen, die echter niet in elkaar geschoven werden. We kennen dit bestandsdeel al wel van de (barok)natuurtrompet, dan heeft de knoop ( de bal) echter alleen een ornamentaal karakter. Mogelijk kwam de knoop of bal naar het Westen gedurende de kruistochten uit de Oriënt via de Sarazenen. |
|
|
Copyright © trompet.nl, Alle Rechten Voorbehouden. |